Johan Verweij, 37 jaar, woont in Culemborg en is vrijgezel (maar “wel lekker aan het daten!”). Schrijven is zijn beroep, maar ook zijn hobby. Hij woont samen met zijn drie teckels Takkie, Tos en Abel (een ongeplande knipoog naar Annie M.G. Schmidt) en kat Tebbie (met Rotterdamse tongval “‘t Hebbie nou gedaan?”). In zijn vrije tijd is hij veel buiten, stapt hij graag op de mountainbike, duikt hij het zwembad in of doet hij leuke, gezellige dingen met vrienden.
Wie was Johan Verweij toen hij opgroeide?
Ik ben opgegroeid in de biblebelt in een gezin met in totaal acht kinderen. Een conservatief-christelijke omgeving waarbij het geloof in alles centraal stond. We woonden in een sociale huurwoning - wel een grote eengezinswoning - met drie slaapkamers voor de kinderen. Dus dat was wel een beetje een drukke bedoening.
Eigenlijk was ik al heel jong toen ik me realiseerde dat ik me aangetrokken voelde tot jongens, maar toen was dat nog een soort van onschuldig. Ik was zeven en dat is vrij jong natuurlijk. Je kunt het op dat moment nog niet labelen of benoemen. Maar ik merkte dat wel op.
Uiteindelijk was ik een jaar of tien of elf toen ik dacht van: “Oh, volgens mij is dat niet zo acceptabel in deze omgeving.” Ik was toen met mijn ouders in de V&D in Dordrecht en op de filmafdeling had ik een erotische film met mannen gevonden en uit het schap gepakt. De negatieve reactie van een medewerker die mij daarmee zag lopen heeft wel indruk op mij gemaakt. Dat heeft heel veel schaamte en schuld veroorzaakt. Net als die keer in groep zeven toen we ‘Free Willy’ keken en ik hoteldebotel was op Jesse, het hoofdpersonage in deze film. Het was dus niet oké dat ik zo was. Op dat moment ben ik, denk ik, toch stiekem de kast in gekropen. Want, er was niet echt vrijheid om mezelf te uiten, te outen of dat soort dingen. Daarna, ik was twaalf, dacht ik misschien wel verliefd te worden op een meisje, op school. Maar ja, ik wist al heel snel: dat gaat niet gebeuren.
Dus in die tijd was ik eigenlijk wel een stille jongen, teruggetrokken, een binnenvettertje, veel boeken lezen en een eigen wereldje creëren. Mijn seksualiteit had daar denk ik wel grotendeels mee te maken, omdat je je toch anders voelt dan de rest. En je hoort hoe daarover gesproken wordt, ook in de kerk natuurlijk. Er rust gewoon een oordeel op. Het is niet goed. Het is slecht. Het is zondig. Het is gruwelijk. Dus wat doe je dan? Je bent een kind. Je bent afhankelijk, loyaal aan je omgeving en je ouders. Je gaat je aanpassen. Althans, ik ging mij aanpassen. Verstoppen. En zo goed mogelijk proberen te leven. Een brave jongen zijn; een goede christen. Maar goed, dan loop je toch op een gegeven moment vast. Dat is uiteindelijk ook wel goed geweest denk ik.
Hoe kwam het zover dat je uiteindelijk brak met je “oude ik” en toch hebt gekozen voor je echte ik?
Inmiddels was ik 23 en woonde nog bij mijn ouders. Al heel lang, een paar jaar, was ik toen al depressief en voelde me heel erg ongelukkig. Ik werd toen verliefd op iemand via Hyves. Dat ging via… krabbelen? Zo heette dat toch? Alleen ik kon natuurlijk niet, in het dorp waar ik was opgegroeid, zeggen van: “Kom maar langs, even gezellig daten.” Dat ging niet.
Al heel snel dacht ik dat er iets moest gebeuren, want ik voelde dat er van twee kanten aan mij getrokken werd. Aan de ene kant die hele duistere periode, van de depressie die continu sluimerde en de andere kant het gevoel van: “Hoe ik nu leef… dat is hem gewoon niet.” Dus ik wilde, een soort van, mijn vleugels uitslaan. Maar ik wist bij God niet hoe. En waar dan? Hoe werkt zoiets? Wat moet ik doen? Dus ik dacht: “Ik moet ergens anders gaan wonen.”
Dat werd Rotterdam, in een anti-kraakwoning die ik heel snel had. En op één van de eerste avonden ben ik gaan zitten op de vloer van die woning en zei ik: “God, ik kan het niet meer. Ik stop ermee.” En dat is eigenlijk het keerpunt geweest in mijn leven.
Ik zat toen heel diep, maar tegelijkertijd wist ik dat er maar één manier was om eruit te komen en dat was dat ik zelf het tij ging keren. De dood of de gladiolen. Dat ik me niet langer laat beïnvloeden of domineren door mijn religie, mijn omgeving of wat zij van mij vinden, maar naar hoe ik naar mezelf kijk. En dat ik mijzelf ruimte geef om volledig mens te mogen zijn en te mogen leven. Dat moment is eigenlijk een soort bekering geweest.
Hoe moeilijk was het om die stap te zetten?
Ik voelde de urgentie om naar Rotterdam te gaan. Ik moest ergens ook wel. Want ik wist dat als ik dat niet zou doen, ik zou blijven zitten waar ik toen zat en dat maakte me doodongelukkig. Het was noodzaak. Ik kon niet meer anders. Ik had geen andere optie meer.
Aan suïcide heb ik vaak zat gedacht hoor. Eerst was dat natuurlijk een beetje “christelijk verantwoord”. Dan ging ik bidden of God mij alsjeblieft weg wilde nemen van de Aarde. Dat soort dingen. Ik had het ook wel als ik langs het water reed of over een brug fietste, naar school of werk. Je ziet dat water zo kabbelen onder je en dan denk je: “Is dit het dan? Als ik het doe, word ik dan gemist? Mijn problemen zijn dan wel voorbij.” Ik weet wel van mensen die dat uiteindelijk wél gedaan hebben en ik zat er misschien ook wel heel dichtbij.
Ik denk dat er een soort innerlijke wil was om te leven, maar ik denk ook dat het een stukje geluk is. Ze noemen dat in de kerk natuurlijk: “God heeft je gespaard voor dat soort dingen.” Maar ik heb toch denk ik van mezelf de wil of kracht gehad om die knop om te zetten. Misschien is veerkracht ook wel het sleutelwoord in mijn leven. Dat maakt dat je uiteindelijk toch denkt: “Ik geloof dat het ook anders en beter kan dan waar ik nu in zit.”
Wat zijn de extremen die je het meest zijn bijgebleven?
Ik heb conversietherapie ondergaan in de vorm van een gebed voor homogenezing. Hierbij kom je met een aantal anderen samen die voor jou gaan bidden in een poging je homoseksualiteit te verdrijven. Maar in alle eerlijkheid denk ik dat vooral de angst die mij is ingeboezemd het meest extreme voorbeeld is dat ik kan geven. Je leven wordt zo gedomineerd door angst, dat het allesbepalend is. Het wordt de leidraad in je bestaan en dat beïnvloedt iedere keuze die je maakt, juist niet maakt of uitstelt. Omdat je, als ik nu terugkijk, opgroeit in een systeem waarin je bang en afhankelijk wordt gemaakt. En dat maakt denk ik wel dat je eerder zo’n stap maakt richting een gebed van homogenezing, dan dat je ervoor kiest om bijvoorbeeld een relatie met een jongen aan te gaan. Want, als je dat doet, dan weet je dat je bijna alles kwijtraakt. Terwijl als je de andere keuze maakt, dan vinden mensen daar ook wel iets van, maar ze blijven wel in je leven.
Dus ik heb de keuze voor homogenezing dan ook gemaakt met het idee van: dan hoor ik erbij. Maar dat is natuurlijk ook heel bizar! Want, waarom wil je horen bij mensen die jouw “zijn”, jouw oriëntatie, jouw bestaansrecht eigenlijk keihard ontkennen? Mensen die zeggen dat het niet mag bestaan of het er niet mag zijn en dat hoe jij bent niet goed is. Ja, daarvan kan je je natuurlijk ook afvragen: Hoe veilig is dat dan?
De standaard opmerking die je vaak hoort is: “Je mag het wel zijn, maar je mag niet doen of praktiseren.” Inmiddels word ik daar echt pislink om, dus ik denk dat het wel veel met me heeft gedaan. Of mensen die zeggen: “Als je ‘homofiele’ gevoelens hebt, dan heb je een hele zware last te dragen in het leven. Dat is echt een kruis.” Ja, dat zijn van die dingen dat ik denk: Nee, jullie maken er een last van voor een ander. Ik vind het ergens ook heel makkelijk. Jij hebt makkelijk praten! Jij bent vrij in je liefdesleven en ik moet me daarbij gaan afvragen of ik dat überhaupt wel mag doen.
Of stel dat iemand die gay is en zichzelf van het leven beroofd heeft, dat men dan echt zegt: “Nou, waarschijnlijk is die persoon dus niet bij God, want je mag het leven niet in eigen hand nemen.”
En er wordt nog altijd een beetje lacherig over gedaan hè? Dus ook op scholen en zo. Nu heb ik daar zelf niet zoveel last van gehad. Maar als je niet uitgesproken mannelijk bent, word je toch al snel het homootje of het mietje. Dat komt wel binnen.
Je coming-out heeft ongetwijfeld negatieve reacties of gevolgen gehad. Wat zijn de lastigste daarvan geweest?
Mensen, “vrienden” bijvoorbeeld, die tegen mij zeiden van: “Als jij een vriendje krijgt, dan mag jij wel bij mij langskomen, maar je partner niet.” Of “Wij gaan met jou om, want Jezus ging ook om met hoeren en tollenaren.” Dat soort dingen.
Ja, nu moet ik daar ook heel hard om lachen, maar toen werd dat echt naar mij gemaild. En ook mensen die tegen mij zeiden: “Je moet echt terugkeren naar Gods weg. Je zit nu op de brede weg naar het verderf. Hiermee eindig je in de hel, als je zo doorgaat. Dit is echt zondig wat je doet.” Dat zijn wel de dingen die mij toen enorm hebben geraakt.
Maar tegelijkertijd had mijn “coming out” op de vloer van de anti-kraakwoning mij zo’n stevige basis gegeven, dat ik op die versie van mijzelf kon terugvallen. Natuurlijk was het heel moeilijk en wil je al die dingen eigenlijk niet horen. Dus ik kon het wel enigszins incasseren. En ik wist ook dat het zou komen! Ik was er altijd al heel bang voor geweest. Mijn angst klopte dus ook en werd alleen maar bevestigd.
Ik wilde in ieder geval liever op deze manier trouw aan mezelf zijn. Liever dat dan dat ik zou leven in een leugen die mij niet gelukkig maakt en waarbij ik mezelf en anderen voor de gek houd. Dat is ook een beetje je autonomie herpakken. Je positie innemen. Dit is het en hier moet je het mee doen.
Wat zijn juist de mooiste ervaringen die je hebt ondervonden?
Heel kort samengevat: dat het leven eigenlijk veel leuker is dan ik dacht! Ik ben opgegroeid met het idee dat alles in de buitenwereld slecht en zondig is. Die mensen leven goddeloos. Maar, ik heb wel ontdekt dat je ontzettend veel leuke mensen hebt, als je dus eenmaal besluit om je vleugels uit te slaan en wanneer je bereid bent om uit je comfortzone te stappen. Dat vond ik wel een hele mooie ervaring.
Maar ook de seksuele ontdekking van jezelf. Wat vind ik fijn en wat niet? In de bijbel staat zoiets dat je je zaad niet mag verspillen . En op basis daarvan is zelfbevrediging dus een zonde. Dus ik heb tot mijn 23e nooit iets aan zelfbevrediging gedaan. Zó erg had ik dat onderdrukt. Ik had in die tijd een therapeut die mij vertelde om ook mijn eigen lichaam te gaan ontdekken. Ik wist niet wat ik hoorde! En je gaat daten. Je gaat proeven aan de liefde. Hoe het is om met een jongen te zoenen. Dat zijn wel dingen… Je bent eigenlijk niet voorgelicht over dat soort dingen. Dat was ook een mooie gebeurtenis die daarmee gepaard ging.
Dus ik had wel het idee dat ik in een soort wedergeboorte zat. Een nieuw mens. Een nieuw leven.
Je hebt inmiddels een aantal boeken geschreven over jouw verleden en ervaring. Kun je daar iets over vertellen?
Het Roze Schaap is een soort autobiografie. Dat gaat over mijn eigen zoektocht. Kan ik mijn geloof van vroeger verenigen met mijn homoseksualiteit? Ik heb veel geschreven over mijn eigen zoektocht en ontwikkeling daarin. Daarnaast heb ik wat deskundigen en professionals geïnterviewd die ook een relatie hebben met het onderwerp. Een seksuoloog, een haptonoom die mij weer contact met mijn eigen lichaam heeft laten maken, een roze dominee en nog een aantal jongeren die ook een zoektocht als ik hebben ondergaan.
Breekbaar Roze is een vervolg daarop, omdat ik merk dat het niet ophoudt na je coming-out. Het is nog steeds een proces van uit de kast komen, jezelf zichtbaar maken en je positie innemen. Maar ook dat je nog steeds te maken hebt met afwijzingen of mensen die het niet begrijpen of er compleet anders tegenaan kijken. En toch wil ik heel graag die twee werelden met elkaar verbinden. Misschien is het een missie die niet kan werken of ooit verwezenlijkt wordt, maar ergens geloof ik wel in deze dialoog. ILaatst had ik een gesprek met een juriste, zij heeft een bijdrage geleverd over het onderwerpconversietherapie en zij zei: “Juridisch zitten er veel haken en ogen aan een verbod op conversietherapie, ondanks dat ik die praktijken absoluut verwerpelijk vind. Maar, ik denk dat het vertellen van verhalen meer invloed heeft dan het signaal dat een eventueel verbod in de wet zou afgeven.” Omdat je daarmee dus die dialoog opzoekt met de ander. Ik vind dat wel een interessante invalshoek, zo had ik hem zelf nog niet bekeken.
Door heel veel mensen te interviewen en hun verhalen te delen met de buitenwereld kan er mijns inziens iets positiefs veranderen. Misschien heeft dat wel meer effect. Dat is in ieder geval wel wat ik hoop te bereiken met de boeken die zijn gepubliceerd. Ergens denk ik ook wel dat het iets doet, want er komen dagelijks berichtjes binnen over de boeken die gelezen zijn. Dus het is voor mij wel een bevestiging dat het nodig is. Er is nog steeds behoefte aan die verhalen en meer veiligheid voor queers in de wereld of waar dan ook.
Nadat onze poster online ging hebben wij bedreigingen met geweld ontvangen. Ervaar jij negatieve reacties van mensen toen en nu?
Het is nu even geleden, maar 6 of 7 jaar geleden heb ik wel mijn huis moeten verkopen in Rotterdam. Wij, ik met mijn toenmalige partner, zijn een jaar lang stelselmatig bedreigd. Dat was absoluut onveilig. Als wij dan ‘s avonds op straat de hond gingen uitlaten, dan liepen we met een schroevendraaier in onze zak om onszelf eventueel te kunnen verdedigen als dat nodig was. De politie deed destijds ook weinig, eigenlijk niks. Dat was wel heel pittig. Heel zwaar. Toen ik naar Culemborg verhuisde, heb ik daar wel echt van bij moeten komen. Ik heb hier nog één keer een ding gehad, toen woonde ik er ongeveer een jaar of anderhalf en werden we uitgescholden voor “kankerhomo’s”.
Ook gezien alle toestanden in de media de laatste jaren met betrekking tot homofobie en transfobie, dat soort dingen. Ik houd mijn hart nog wel eens vast hoor. Soms ben ik weleens bang, want wij steken wel onze kop boven het maaiveld uit. In mijn achterhoofd houd ik er steeds meer rekening mee dat er een moment kan komen dat dat een keer een prijs heeft die je moet betalen. Wat dat ook is. Dus ik heb soms ook wel de neiging om weg te duiken, omdat ik er helemaal klaar mee ben. Ik wil gewoon kunnen leven en niet achterom hoeven kijken.
Ik heb wel, en dat was voor mij een soort bevrijding… Ik had afgelopen zaterdag een date in Amerongen en wij liepen daar dus hand in hand. Dat heb ik nooit gedaan hè! Het ging vanzelf. In het begin een beetje awkward, een beetje ongemakkelijk. Maar op een gegeven moment voelde het ook gewoon heel fijn. Het was echt heel prettig. We liepen hand in hand op een vol terras en het frappante was dus, dat er niemand was die ook maar een afkeurende blik had of z’n kop omdraaide. Iedereen deed alsof het de normaalste zaak van de wereld was.
Nu weet ik: dat was daar. Ik weet niet of ik het hier ook zou durven als ik door een bepaalde straat of wijk loop. Het feit dat je daar al over na moet denken zegt eigenlijk al genoeg, omdat het dus niet veilig genoeg is voor iedereen.
Wat hoop jij nog te bereiken in de toekomst?
Nou, ik zou het wel leuk vinden om over een paar jaar - nou eigenlijk veel sneller, niet een paar jaar, dat duurt me veel te lang - weer lekker gesetteld te zijn. Dat ik gewoon een leuke vent in mijn leven heb!
Ik wil toch ook wel iets blijven doen met deze thematiek. Daarbij heb ik weleens nagedacht over een productie, maar ik weet nog niet hoe of wat. Queers hebben zoveel humor, typetjes, dat soort dingen. Die zelfspot vind ik wel heel goed. Dat het ook gewoon heel leuk kan zijn om tot een community te horen. Nu is het toch vaak wel lastig, een struggle. Dat weet ik en is natuurlijk ook zo. Maar ergens moet het ook gewoon leuk, grappig en hilarisch zijn en vrolijkheid bieden. Dat zit al jaren in mijn hoofd, maar er is geen tijd om dat verder te ontwikkelen. Dus dat is heel ver weg! Maar daar denk ik weleens over na.
Een bestseller zou ik ook nog wel willen schrijven! Of misschien wil ik ook iets heel anders gaan doen, naast het schrijven. Misschien word ik wel badmeester, haha! Ik leef ook een beetje bij de dag, heel erg in het nu. Misschien gaat mijn missie er in de toekomst wel heel anders uitzien. Ik weet het niet. Maar op dit moment ligt mijn aandacht in ieder geval op 3 en 4 juni en daar zie ik enorm naar uit!